Samen aan de slag om CO2 te reduceren
De gemeente Rotterdam werkt hard aan het behalen van de nationale vertaling van de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs: een reductie van 49% CO2 in 2030 ten opzichte van het jaar 1990. Om die ambitie waar te maken wordt in Rotterdam, net als op landelijk niveau, gewerkt met zogenaamde Klimaattafels. In Rotterdam zijn er vijf: haven en industrie, gebouwde omgeving, schone energie, consumptie en mobiliteit. Aan iedere tafel zijn vorig jaar klimaatdeals gesloten en wordt gewerkt aan nieuwe klimaatdeals.
Sinds mei is Maarten van Biezen voorzitter van het Klimaatakkoord voor Mobiliteit in Rotterdam als opvolger van Derk Loorbach. “Het is van belang dat we doorpakken met duurzame mobiliteit. Bedrijven hebben daar een belangrijke rol in. En een duurzame aanpak werkt op meerdere fronten. Meer fietsen en thuiswerken zijn niet alleen goed voor klimaat en luchtkwaliteit, maar ook voor bereikbaarheid. Elektrisch rijden is in veel gevallen ook goed voor de portemonnee van bedrijven en werknemers. Daarom ondersteunen we bedrijven om deze slag naar duurzaamheid te maken. Best practices van bedrijven die hier het voortouw in nemen helpen daar enorm bij. Ons doel is dit jaar om een nieuwe klimaatdeal met zoveel mogelijk bedrijven te sluiten, met als hoofdingrediënten thuiswerken en elektrisch rijden.”
De ondernemerstafel van het Klimaatakkoord voor Mobiliteit
De weg hiernaar toe is al ingezet. Aan de “Ondernemerstafel” van het Klimaatakkoord spreken bedrijven ieder kwartaal met de wethouder Verkeer, Judith Bokhove, over die Mobiliteitstransitie. Cees Vingerling coördineert dit vanuit De Verkeersonderneming. “Met onze community van circa 200 werkgevers komen we een paar keer per jaar bijeen om elkaar te inspireren en best practices uit te wisselen. Bij de mobiliteitstransitie gaat het om een cultuuromslag zowel bij werkgevers als bij de werknemers. Daarbij kan je alle goede tips en samenwerking gebruiken. Ging het bij De Verkeersonderneming voorheen vooral om spitsmijdingen en het voorkomen van files, inmiddels wordt dat gecombineerd met adviezen aan bedrijven over duurzame mobiliteit. Die twee gaan vaak goed samen en ze geven ook een beter resultaat ten aanzien van de mobiliteitskosten.”
“De koepels VNO-NCW en Deltalinqs zijn nadrukkelijk aangehaakt. Zij hebben allemaal een grote achterban waardoor informatie en publiciteit massaal gemaakt kan worden. Als individuele grote bedrijven zijn onder andere Erasmus MC, de Hogeschool Rotterdam, Breeman BMW, CGI en KPN betrokken,” benadrukt Vingerling.
Van Biezen vult aan: “Op landelijk niveau hebben grote werkgevers zich verenigd in de Coalitie Anders Reizen. In het nationale Klimaatakkoord committeren de deelnemers zich aan het doel om 50% CO2 te reduceren van zakelijke mobiliteit in 2030 ten opzichte van 2016. Zij monitoren dat zelf. Het is niet vrijblijvend, maar hoe ze dat doel bereiken is aan hen. Het is hun ondernemerschap. Sommige leden uit de Coalitie gaan verder. Zo wil een bedrijf als Stedin in 2030 volledig emissie loos zijn op de zakelijke mobiliteit; van woon-werkverkeer tot bedrijfsbus. Ik vindt deze aanpak erg inspirerend, ook voor Rotterdam.”
Het nationale Klimaatakkoord heeft als doel dat in 2030 minimaal 1.000 werkgevers met deze aanpak meedoen. Het zou mooi zijn als die groei mede vanuit de Rotterdamse bedrijven komt. Daarom wil ik graag een oproep doen aan bedrijven: sluit je aan! Dat is wat mij betreft de kern van de Bedrijvendeal: zoveel mogelijk Rotterdamse bedrijven die zich committeren aan ambitieuze CO2reductie, daar zelf stappen in maken, laten zien wat dat oplevert en elkaar inspireren. Zero emissie mobiliteit en thuiswerken zijn daarbij ongetwijfeld belangrijke ingrediënten.”
Liever zelf verantwoordelijkheid nemen
“In feite zijn er twee belangrijke argumenten om mee te doen,” somt Van Biezen op. “Ten eerste is het beter als bedrijf om zelf de verantwoordelijkheid te pakken dan te wachten tot de overheid regelgeving ontwikkelt. De maatregelen die je neemt, leveren altijd wat op. Minder kosten, hogere tevredenheid van medewerkers, duurzaamheid, noem maar op. Ten tweede kan je als je aan tafel zit zelf ook voorwaarden stellen. Het is tenslotte een akkoord en dat is tweerichtingsverkeer.”
Thuiswerken is mega experiment
Van Biezen: “We zien nu aan het thuiswerken hoe snel veranderingen kunnen gaan. Nog maar een paar maanden geleden zeiden werkgevers nog vaak: ‘thuiswerken, dat past niet bij ons.’ Maar door Covid-19 is alles ineens anders. Veel medewerkers werken nu vanuit huis en het gaat prima. Werkgevers beseffen dat meer thuiswerken goed mogelijk is en dat het op termijn directe voordelen oplevert: minder benodigde vierkante meters kantoorruimte, minder parkeerplekken, minder last van files en meer tevreden medewerkers omdat zij zelf hun werk kunnen plannen. Met het grootschalig thuiswerken hebben we een megaexperiment. We hebben het niet zelf gekozen maar het komt wel op het pad en het pakt gunstig uit. Een bedrijf als Stedin geeft aan “dat voor kantoorfuncties een 50/50 verdeling realistisch lijkt. Vanuit de domeinen, Facilities, HR en Mobiliteit zijn we hiermee aan de slag. We zijn benieuwd wat anderen hierin doen en overwegen.”
Thuiswerken vergroot arbeidsmarkt
Vingerling: “Het gaat er nu natuurlijk om werkgevers en werknemers gemotiveerd te houden om thuis te blijven werken. De duurzaamste reis is er een die niet wordt gemaakt. Door het thuiswerken ontstaat er ook een andere dynamiek in het aantrekken van personeel. Bedrijven op de Tweede Maasvlakte bijvoorbeeld zochten voorheen naar personeel dat relatief dichtbij woonde. Wanneer je echter maar twee dagen per week buiten de spitsen om op het werk hoeft te komen en de andere dagen vanuit huis kan inloggen, dan worden afstanden veel minder relevant. Je hebt dan geen last meer van de drukke spits, van files en vertragingen en voor twee dagen is een wat langere afstand prima te doen. Zo vergoot thuiswerken de arbeidsmarkt en in sommige sectoren is dat bijzonder welkom.”
Flexibele schil aan deelvervoer
De heren maken nu een rondje langs de velden en spreken met koepelorganisatie en individuele bedrijven over het vormgeven van de individuele en gezamenlijke ambities. Maar het blijft niet bij praten alleen. Van Biezen: “We kijken ook naar alternatieven. Denk aan deelvervoer: deel e-bikes, deel e-scooters, deel e-auto’s. In Rotterdam wordt hard gewerkt aan het aanleggen van de infrastructuur van elektrische laadpalen. En tegelijk kijken we naar de samenwerking tussen bedrijven die zelf al elektrische deelauto’s hebben. In de avonduren en in het weekend worden die vaak niet of veel minder gebruikt. Stel dat je ze gaat delen met de bewoners van de stad. Zo creëer een flexibele schil aan deelvervoer op het moment dat de stad het nodig heeft. Dan heb je als ondernemer ineens een heel ander business model, is het nog interessanter voor de aanbieders van deelvervoer en hebben bewoners en bezoeker nog meer deelvervoer voorhanden. Een win-win-win dus. En zo moet het ook zijn. De energietransitie is er een die hetzelfde comfort biedt tegen dezelfde of minder kosten. Dat is het uitgangspunt.”
Vingerling en Van Biezen roepen bedrijven op om mee te doen: “sluit je aan!” Vingerling: “Het gaat niet alleen om bedrijven die het al goed doen, ook bedrijven waarvan het beleid nog moet worden gemaakt en die nog niet zo ver zijn, zijn van harte welkom. We komen graag met u in gesprek.”
Bekijk hier het hele artikel.